Nog één nachtje - Reisverslag uit Eindhoven, Nederland van Joost en Bianca Heijden - WaarBenJij.nu Nog één nachtje - Reisverslag uit Eindhoven, Nederland van Joost en Bianca Heijden - WaarBenJij.nu

Nog één nachtje

Door: Joost

Blijf op de hoogte en volg Joost en Bianca

05 Oktober 2010 | Nederland, Eindhoven

Nog één nachtje, en dan kunnen we weer in ons eigen huis. Inmiddels zijn we alweer ruim drie weken terug in Nederland. De hoogste tijd om ons reisverslag compleet te maken. Waar waren we gebleven? O ja, bij Fort Portal, Oeganda. Van hieruit zijn we terug gereden in oostelijke richting, terug richting Kenia. De zonnige rit naar Kampala voerde over prima asfalt, door groene heuvels en over talloze verkeersdrempels. Pas toen we de stad binnenreden werd het minder: regen, verkeersdrukte, slecht asfalt… Niettemin kwamen we al halverwege de middag aan bij de Red Chilli Campsite. Een beetje rommelig, maar ruim opgezet en verzorgd backpackershostel met gezellige bar in het zuidoosten van de stad.

Kampala heeft niet de naam een stad te zijn waar veel bijzonders te zien is. Na een rustig nachtje in het Red Chilli zijn we dan ook doorreden naar Jinja. Ditmaal niet naar een camping bij de Bujangali Falls, maar naar de stad zelf. Een echte camping is daar niet, maar volgens de reisgids zou je ook bij het Timton-hotel kunnen kamperen. En inderdaad, het was geen probleem om de tent uit te draaien op de rustige parkeerplaats.
Voordat we dat deden zijn we echter een kijkje gaan nemen bij de leerlooierij waar we een week eerder een koeiehuid afgegeven hadden. Deze huid hadden we in Kenia gekocht bij een standje langs de weg om aan het eind van onze reis (mede namens Annemieke en Roland!) kado te doen aan Joost en Ingrid om hen te bedanken voor het geweldige onthaal, de hulp van hun monteur en het stallen van de auto. Na verschillende horrorverhalen over beestjes e.d. leek het ons echter wel zo verstandig om de huid professioneel chemisch te laten looien. Dat hebben we dus in Oeganda laten doen. Bij de looierij aldaar keken ze wel een beetje vreemd op toen twee mzungus (blanken) met een enkele koeiehuid aan kwamen zetten, maar toen we ze verzekerd hadden dat het risico van evenuele haaruitval volledig voor ons was wilden ze uiteindelijk graag meewerken.
En zo stonden we een goede week later in de hal van de looierij en zagen we hoe ‘onze’ huid opgespannen hing te drogen. En om eerlijk te zijn werden we daar nog niet heel vrolijk van. Natte haren, kale plekjes, klitten… Het zag er nog niet uit zoals we gehoopt hadden. Gelukkig was dit helemaal anders toen we twee dagen later terugkwamen en de huid helemaal droog en geborsteld was. Slechts op een klein plekje waren de haren uitgevallen. Hier konden we mee aankomen in Naivasha! Tevreden verlieten we dan ook het fabrieksterrein.

Wachtend op de huid om te drogen hebben we de dag ervoor een bezoek gebracht de dagopvang van de Nederlandse stichting KisoBOKa. Samen met de enkele vrijwilligers proberen de Nederlanders Paul en Willem Oegandese straatkinderen hier een betere toekomst te geven. Dat dit niet altijd even gemakkelijk is wordt duidelijk als Willem vertelt dat hij al tevreden is als jaarlijks een stuk of vijf kinderen naar school (blijven) gaan of een bedrijfje starten! Onder de titel “The other side of Jinja” krijgen we die ochtend een rondleiding door het stadje. De hoofdstraat, voor veel toeristen het enige Jinja dat ze zien, laten we daarbij links liggen. Met een jongen die jarenlang zelf op straat leefde als gids lopen we door de plaatselijke autowijk, bezoeken we wel een metaalwerkplaats en de markt. We hebben een prima ochtend, maar om eerlijk te zijn valt het ons een beetje tegen. Zoals vaker in Afrika vertelt onze gids uit zichzelf erg weinig, noch over de stad noch over zichzelf. En straatjes met autobedrijfjes en markten hebben we natuurlijk ook al meer gezien tijdens onze reis. De metaalwerkplaats daarentegen was erg leuk. Boeiend om te zien hoe de mannen hier, zittend op de grond, nieuwe dingen maken van oud metaal: conservenblikjes worden verknipt en veranderen in olielampjes, met hamers worden staalstrips op oude spoorrails verbogen tot scharnieren en oude oliedrums krijgen na eerst opengeknipt en platgeslagen te zijn een nieuw leven als kist. De mensen zijn vrolijk en vriendelijk en willen stuk voor stuk graag op de foto. Later die middag keren we terug en maken we ze blij met een paar printjes van de geschoten plaatjes. Leuk is ook om te zien hoe op de markt slippers gemaakt worden van oude autobanden. Omdat zijn 16 jaar oude Teva’s het bijna begeven hebben koopt Joost een paar, op maat gemaakt voor omgerekend nog geen anderhalve euro!


Hoewel niet helemaal op de route rijden we vanuit Jinja naar Mbale. Ook hier zijn we al eerder geweest (zie ons eerdere reisverslag “Matatus”), maar we willen graag nog een keer naar Salem. Dit keer krijgen we wel een rondleiding. Nou ja, een halve dan. Want ’s middags ‘moet’ onze gids het dorp in om campagne te voeren voor de uitgestelde verkiezinigen. Stiekem, want officieel mag er geen campagne gevoerd meer worden. Niettemin leren we een hoop over het dagelijks leven bij Salem, brengen we een bezoekje aan de school en het medisch centrum en spreken we kort met enkele verplegers en een verloskundige. Op de kraamafdeling zien we hoe een doodzieke zwangere vrouw met malaria een klein kamertje deelt met een pasgeboren tweeling waarvan de moeder gestorven is tijdens de bevalling en waarvan de familie bij de tweeling (en de doodzieke vrouw) op de kamer staat te rouwen. In Nederland zou dit ondenkbaar zijn, maar hier is het de gewoonste zaak van de wereld, hier is de afstand tussen leven en dood veel kleiner.

De volgende ochtend heeft Bianca meegekeken en meegewerkt met de dienstdoende verloskundige. De verloskundige in dit ziekenhuis heeft veel meer taken dan in Nederland. Zij heeft tegelijkertijd de zorg voor de zwangeren (spreekuur), bevallingen en kraamvrouwen, maar daarnaast ook nog de zorg voor pasgeborenen en kinderen. Dit betekent eigenlijk dat niemand echt de zorg krijgt die hij of zij nodig heeft. Kinderen (vaak met malaria) worden opgenomen, maar slapen samen met hun moeder in een bed, omdat de moeder voor ze moet zorgen. De verpleegkundige en verloskundige komen pas om de hoek kijken als het echt medisch noodzakelijk is. Een vrouw die gaat bevallen van haar 7e kind en al gebroken vliezen en 4 cm ontsluiting heeft wordt vrolijk nog even weggestuurd om een wandeling te maken, want ‘ze hebben toch geen tijd om er bij te gaan zitten’. En een zwangere wordt rustig halverwege een consult een uur in de spreekkamer achtergelaten omdat het lunchpauze is en een bepaalde uitslag nog net niet binnen is…

De zorg die geleverd wordt is echt niet volgens Nederlandse standaarden. Iemand die (mogelijk) 6 weken zwanger is en blaasontsteking heeft krijgt zonder nadenken gewone antibiotica, en een vrouw die 37 weken zwanger is en klaagt over vrij normale zwangerschapskwaaltjes krijgt voor 5 dagen valium mee naar huis (!?) om even rust te kunnen nemen.
Dit alles is eigenlijk niet zo heel erg raar als je bedenkt dat de verloskundige een 55-jarige vrouw is die ooit verloskunde gekozen heeft als keuzerichting op de ‘huishoudschool’ en daarna amper bijscholing heeft gehad.

Die zelfde ochtend rijdt Joost naar de plaatselijke autowijk, in de hoop een een ‘nieuw’ onderdeel te vinden voor de vierwielaandrijving. Na enig zoekwerk lijkt het goede onderdeel gevonden te zijn. De plaatselijke mannetjes kijken wat vreemd op als deze mzungu een overall aantrekt en zelf onder de auto kruipt om het te monteren. Maar waarom niet? Dit is Afrika. Hier kan alles. En dat is maar goed ook, want het onderdeel blijkt niet goed te passen. Geen nood, we kunnen best wat uitboren, zagen en lassen is het antwoord. Nee dank je, voor ons geen Afrikaanse oplossing dit keer! Nadeel van zo’n overall is overigens wel dat ie zakken heeft. Als je daar een autosleutel in laat zitten als je ‘m uittrekt en vervolgens de deur achter je op slot gooit heb je dus een probleem! De bagagedrager van de fiets van een Salem-medewerker en een boda-boda (motortaxi) maakten gelukkig echter dat Bianca snel ter plaatse was met de reservesleutel.

Eenmaal terug bij Salem komen er al snel een paar kinderen aanrennen. “Do you have balloons?”. Ze herkennen de auto van de vorige keer en weten blijkbaar nog maar wat goed dat we die toen uitgedeeld hebben. Ook nu doen we dit. Binnen de korste keren rennen er een stuk of tien kinderen rond de auto. Geweldig om te zien hoe blij we ze maken met zo iets simpels. En natuurlijk vinden ze het leuk om samen met Joost ‘volleybal’ te spelen over de net opgehangen waslijn.
De volgende dag staan we op het punt te vertrekken als de kinderen weer aan komen lopen. Natuurlijk delen we weer balonnen uit en als Joost er met een marker hun namen en afscheidsboodschappen op schrijft vinden ze het helemaal prachtig. Lachend rennen ze achter de auto aan en zwaaien ons uit als we dan toch echt vertrekken.

Na een laatste rolex bereiken we kort na het middaguur de grensovergang bij Busia. Als we even staan te wachten achter een vrachtwagen doemt er al snel iemand op die ons carnet de passage wil hebben om zaken voor ons te regelen. Nee dank je, antwoorden we beleefd. Dat regelen we zelf wel. Na vijf maanden reizen weten we zo langzamerhand wel hoe het werkt aan de grens.

Einddoel voor die dag is Kisumu. In dit stadje aan Lake Victoria moet toch een leuke kampeerplek te vinden zijn. Dat blijkt tegen te vallen. Het in de reisgids vermelde Kisumu Beach ligt aan het water en beschikt over een mooi grasveldje, maar is eigenlijk alleen een bar. Kamperen is wel mogelijk, alleen ruiken we de toiletten al tien meter voordat we bij het gebouwtje zijn. Nee laat maar dus. We kijken wel even verder.
Maar verder blijkt er eigenlijk niks te zijn. Tegen de tijd dat het begint te schemeren, en regenen, komen we bij het Sunset Hotel aan de andere kant van de baai en vragen we of we op de parkeerplaats kunnen kamperen. De opgetrommelde manager vindt het een ongebruikelijk verzoek, maar vindt het wel origineel. Als we in het hotel het diner en ontbijt nuttigen dan vindt hij het uiteindelijk oké. De auto mogen we parkeren op het grasveld voor het hotel. De verrassing is groot als we de volgende ochtend uit de tent klimmen en zien hoe even verderop op het gras een tafel en twee stoelen neergezet worden. Tafelkleed, borden en bestek volgen. Nadat Joost nog even kort geïnterviewd is door een Ethiopische journalist die toevallig in het hotel logeerde (Gelukkig vroeg deze man niet wat we van zijn land vonden!), zitten we even later te genieten van een heerlijk ontbijtje. Wat een plek! Wat een service! Het levert de ober een leuke fooi op.

Even overwegen we nog een dagje te blijven. Maar als blijkt dat het nogal wat moeite kost om in een van de hotelkamers te genieten van de beloofde douche besluiten we toch maar weer verder te rijden. Kericho is beroemd om zijn theeplantages. Veel van de Keniaanse thee komt hier vandaan. Dus waarom niet kamperen bij het Tea Hotel? Omdat de kampeerplek ver van de andere voorzieningen en de fraaie tuin ligt, het sanitair te wensen overlaat en het personeel niet echt vriendelijk is bijvoorbeeld. Nee, dan is de naastgelegen Kimugi River Lodge toch beter, ook al hebben ze hier niet echt een camping (we staan op een klein veldje met hoog gras, een oude auto, een afdak met daaronder wat houtblokken en een stel geitjes) en is er geen douche. Maar de vriendelijke eigenaresse en de uitstekende menukaart (Indiaas!) maken veel goed.

Als we haar de volgende dag vragen of het mogelijk is om een theeplantage bezoeken antwoord de eigenaresse dat we het beste gewoon naar de plantage toe kunnen rijden en naar de manager kunnen vragen. De directe aanpak dus. Zo gezegd zo gedaan. Als we afremmen voor de slagboom aan het begin van het terrein komt er een bewakers aanlopen. Zodra die ziet dat er twee mzungu’s in de auto zitten gebaart hij naar zijn collega dat de slagboom open kan. Oké… nu op zoek naar de manager dus. Het terrein van de plantage blijkt echt enorm groot. Her en der staan simpele huisjes netjes op een rij op de heuvel. Even verderop passeren we een sportveld en gebouwen die er uit zien als een school. Net als bij de rozenkwekerijen in Naivasha voorziet de werkgever hier blijkbaar in meer dan alleen werkgelegenheid!
Ondertussen komen we niks tegen dat lijkt op een kantoor. En ook van de bordjes langs de kant van de weg worden we niks wijzer. We besluiten het te vragen aan een stel bewakers. Rondleidingen zijn inderdaad wel mogelijk waarschijnlijk, krijgen we te horen, maar niet vandaag, want het is zondag en dan zijn de managers niet aanwezig. Als we hier om vragen krijgen we wel een telefoonnummer. Helaas blijkt ook de volgende dag dat iedereen die ons een rondleiding zou kunnen geven afwezig is. Zouden managers hier ook wel eens naar een hutje op de hei gaan ;-) ?

Na twee regenachtige middagen doorgebracht te hebben in het restaurant van de Kimugi River Lodge vinden we het mooi geweest. We besluiten de theeplantage te laten voor wat het is en door te rijden naar de inmiddels bekende Kembu Camp in Nakuru. De volgende dag proberen we ook hier nog een keer om een ‘nieuwe’ aandrijfas voor de voorwielen te krijgen. Ook hier blijkt dit lastig. Het lijkt er bijna op dat onze auto met zijn 27 jaar te oud is voor Oost-Afrika. Auto’s worden hier dusdanig gebruik (en misbruikt!) dat ze het zo lang gewoonweg niet zo lang volhouden. Verschillende mannetjes gaan voor ons op zoek bij onderdelenshops in de buurt. De winkel wordt ondertussen onbeheerd en onafgesloten achter gelaten. Wat een vertrouwen! Vertrouwen hebben wij echter allerminst in de aangedragen oplossingen: de onderdelen waarmee ze aankomen hebben vrijwel allemaal de verkeerde maten, vastgelopen lagers, etc. Uiteindelijk stemmen we in met een ultieme poging om van twee oude exemplaren een nieuwe maken. Het enige dat ze hoeven doen is een stel lagers eruit te halen. Als ze na maar liefst anderhalf uur terugkomen blijkt de as nu weliswaar de juiste lengte te hebben, maar de lagers draaien niet zoals het hoort. Ze hebben het dus verprutst! Niet zo vreemd, stellen we vast als we even later zien hoe lagers er met gepast geweld en een hamer uitgetimmerd in plaats van er beheerst met een pers uit gedrukt worden. Nee, we gaan in Nederland wel op zoek naar een as!

Voorlopig einstation an onze reis is Bila Shaka , de rozenkwekerij en lodge van Joost en Ingrid. Hier verrichten we een laatste reparatie (lekkende pakking van de vooras), spelen we met Resa en de honden, zoeken we uit wat we wel en niet achter kunnen laten in Kenia, genieten we van de kookkunsten van de kok, pakken we de kisten in die we eerder in Nakuru gekocht hebben, bezoeken we een schooltje net buiten het dorp dat mede door Bila Shaka gefinancierd is en maken we de auto schoon. En we geven de koeienhuid aan Ingrid. Het kado valt in goede aarde. Het blijkt dat ze een paar dagen geleden jarig geweest is. Bovenaan haar verlanglijstje stond een huid, maar die heeft ze niet gekregen. Komt dat even mooi uit ;-)

En dan is het tijd om afscheid te nemen. Afscheid van Joost, Ingrid, en Resa. Afscheid van de auto. Afscheid van Afrika. We weten al weken dat dit moment er aan zit te komen, en hebben er bewust voor gekozen om onze reis te onderbreken en volgend jaar verder te gaan, maar toch voelt het een beetje dubbel. De laatste maanden hebben we het echt naar onze zin gehad. Kenia en Oeganda waren zo veel relaxter dan Ethiopie. Maar toch. Het besluit staat vast. Het is goed zo!

De reis naar huis doen we in etappes. Eerst met een auto van Bila Shaka lift naar Naivasha. Van daaruit met een taxi naar Nairobi. Omdat het niet meer gelukt is om onze Turkse vriendin Isik te bereiken laten we afzetten bij West Gate, een mall. Hier kijken we wat rond, eten we en gaan we om de tijd te doden naar de film (Inception, niet de gemakkelijkste film zonder Nederlandse ondertiteling). Na nog een kok koffie is het tijd om naar de luchthaven te gaan. Inchecken gaat vlekkeloos. Gelukkig worden de metalen kisten zonder problemen geaccepteerd. Daarna is het wachten. Een uur of twee later stappen we in het vliegtuig van Turkish Airlines. Onderweg genieten van van een prima ontbijt. Alleen een beetje vroeg, om vier uur ’s nachts ;-) Af en toe zien we op het kleine tv-schermpje een kaartje met waar we op dat moment zijn. Het zijn stuk voor stuk plaatsen waar we in de afgelopen maanden geweest zijn: het Turkanameer (het meest afgelegen stuk van onze reis), Khartoum (gereedschap vergeten), het Nassermeer (overtocht van Egypte naar Soedan), Cairo, Antalya (wiel verloren), Bursa (de ontmoeting met Köksal en Sarah in Apalonia). ’s Morgen rond zeven uur landen we in Istanbul voor een tussenstop, waar onze reis voor ons gevoel pas echt begon. Vreemd dat we in een paar uur ‘terug bij af’ zijn.

Rond één uur landen we in Dusseldorf. Onderweg naar de bagageband zien we al wat bekende gezichten achter de schuifdeuren. Als we even later (helaas nog zonder kisten) de ontvangsthal binnen lopen blijkt er een heel ontvangstcomittee op ons te staan wachten. Van Toon en Fanny (de ouders van Bianca) wisten we dat die er zouden zijn om ons op te halen. Maar dat Geesje en Rinus (de ouders van Joost), Peter en Frauke (Joost zijn broertje met zijn vrouw) en ook Irene en Antoon (vrienden) er zouden zijn - compleet met spandoek, balonnen en rozen – is een enorme verrassing. Super om zo thuis te komen.
Als we later in Gemert arriveren blijkt dat niet alles te zijn. Het raam, de garagedeur en de keukendeur zijn versierd met ‘welkom thuis’- teksten. En ook John en Henriette (oom en tante van Bianca) plus kinderen blijken van de partij om ons welkom te heten. Als even later ook Bianca’s oma nog eens de tuin in komt rollen is het feest helemaal compleet. Wat een verrassing!

Twee dagen later worden de kisten thuis afgeleverd. Nou ja thuis… wij logeren op dat moment in het huis van Irma en Martin, die op vakantie zijn. Via de buurman en onze huurders krijgen wij ze uiteindelijk in ons bezit. Inmiddels zitten we op ons tweede logeeradres; het huis van Willemijn en Bart. Wat hebben we toch een geweldige vrienden!
Morgen verhuizen we weer naar ons eigen huis. Daarmee is onze reis echt voorbij. Voorlopig dan, want volgend jaar zomer gaan we weer terug naar Afrika. Hoe ver we dan verder reizen weten we nu nog niet. Maar het wordt vast weer geweldig. En misschien houden we dan wel weer een resiverslag bij. Want uit de vele reacties op de website, per mail en na thuiskomst is wel gebleken dat jullie ons massaal gevolgd hebben. En dat stimuleerde ons weer om door te gaan met het schrijven. Bedankt dus!









  • 05 Oktober 2010 - 19:00

    Irene:

    Mooi slotverhaal!
    Zo uitgebreid had ik het nog niet gehoord, dus weer leuk om te lezen.

    ps wanneer wordt er geverfd?

  • 06 Oktober 2010 - 05:15

    John:

    Jammer dat het voorbij is, het is altijd heerlijk om jullie uitgebreide avonturen te lezen. Gelukkig gaan jullie volgen jaar weer !!

    Geniet intussen lekker van jullie (t)huis.

  • 06 Oktober 2010 - 05:47

    Marleen:

    Ook het eind van jullie reis klinkt goed! Het was leuk om jullie laatst weer te zien.
    Tot snel en veel plezier terug in jullie eigen huis!
    X

  • 06 Oktober 2010 - 06:59

    Ingrid:

    Ben blij om nog wat van en over jullie te lezen. Nog even en dan lekker weer in je eigen huisje. Dat zal wel fijn voelen denk ik! De koeiehuid doet het nog steeds erg goed en ik krijg er veel complimenten op. Er zijn nog geen gekke beestjes uitgekropen dus het looien was echt wel de moeite waard!
    Ik ben gisteren nog even bij jullie auto wezen kijken en hij staat er nog steeds mooi bij hoor, te wachten op weer nieuwe avonturen.
    Veel plezier met alle voorbereidingen voor jullie komende trip en jullie zijn uiteraard weer welkom hier!
    groetjes
    Ingrid, Joost en Resa

  • 26 Oktober 2010 - 17:42

    Hans H.:

    Welkom terug in NL!

  • 03 November 2010 - 13:57

    Bob En Joo Hee:

    Welkom thuis!

  • 14 December 2010 - 22:17

    Emiel En Saskia:

    een dag (+ een jaar) nadat wij naar Afrika vertrokken komen jullie weer thuis. Kwam net pas op jullie site, leuk om verhalen van anderen te lezen, net zo uitgebreid en veel tekst...!!!
    Goede reis gehad.
    Groeten van Emiel en Saskia van www.slippersopreis.nl

Reageer op dit reisverslag

Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley

Joost en Bianca

Op 5 april 2010 ging een droom in vervulling en vertrokken we met onze knalgele Toyota Landcruiser uit Eindhoven om in acht maanden tijd via Turkije, het Midden-Oosten, en Oost-Afrika naar Kaapstad te rijden. Gaandeweg kwamen we er achter dat dit plan niet helemaal bij ons paste en besloten we de reis in stukken te hakken. In september 2010 parkeerden we de auto dan ook op de rozenkwekerij van vrienden in Kenia en vlogen we naar huis. In juni 2011 kwamen we terug om onze reis te vervolgen. Zes weken hebben we door Kenia, Tanzania en Malawi gezworven alvorens we de auto nogmaals parkeerden, ditmaal bij een lodge van een Nederlander in Malawi's hoofdstad Lilongwe. En volgend jaar? Het oorspronkelijke plan volgen en naar het westen doorsteken (Zambia, Botswana, Namibie)? Of aan de oostkant blijven en via Mozambique naar Zuid-Afrika rijden? We weten het nog niet. Hoeft ook niet. We hebben nog wel even om plannen te maken ;-)

Actief sinds 26 Maart 2009
Verslag gelezen: 281
Totaal aantal bezoekers 128435

Voorgaande reizen:

16 Juni 2011 - 27 Juli 2011

Eindhoven - Kaapstad

Landen bezocht: